​​​On-demand videocursus voor notarissen | TRAILER

Alternatieve geschillenbeslechting (ADR/ODR) | Hybride mechanismen

Permanente vorming waar en wanneer het u best past. Volg online op uw eigen ritme vanaf een PC, tablet of smartphone

Wat cursisten zeggen

 

Het concept "videocursus" vind ik een uitstekend idee dat alleen maar voordelen heeft!.

 

B.W.Advocaat

Permanente vorming

voor notarissen

Erkenning NKN | 2 uren

U volgt deze cursus op uw eigen tempo. Na afloop zorgen wij voor de registratie van uw uren bij de NKN.

Licentieprijs

Portalus on-demand video korting TIJDELIJKE KORTING
(t.e.m. 30/06/2024)
€169,00 €149,00 + BTW (21%)

KMO-portefeuille-Portalus-Video-erkend-dienstverlener

Inhoud videocursus pakket:

  • Videocursus in HD - 118 min.
  • Praktijkgerichte syllabus
  • Attest permante vorming - 2 uren
  • 12 maanden onbeperkt bekijken

Inhoud van de videocursus

mr. Kris Wagner neemt als expert ter zake in deze online videocursus de wereld van Alternative Dispute Resolution en Online Dispute Resolution onder de loep. ADR/ODR staat voor buitengerechtelijke mechanismen en technieken om conflicten op te lossen. Er bestaan grote verschillen tussen de verschillende methodieken. Deze worden in detail toegelicht en aangevuld met voorbeelden uit de ruime praktijkervaring van dr. Kris Wagner.

Docent

mr. Kris Wagner  Advocaat - Partner bij Holmes Kirby


 

Inhoudstafel

Volgende onderwerpen worden uitgebreid toegelicht:

  • Wat zijn ADR hybriden?
  • Waarom hybriden?
  • Voordelen van ADR voor de privésector:
  • Nadelen van ADR (echte of vermeende)
  • Mediation-Arbitration 
  • Aandachtspunten bij hybride methodes van conflictoplossing:
  • ODR - Online dispute resolution

DEZE CURSUS IS HET RESULTAAT VAN JARENLANGE EXPERTISE EN PRAKTIJKERVARING

Over de docent

mr. Kris Wagner (bac. phil., KUL, 1993, lic. iur., KUL, 1995, LLM, Harvard, 1997, PhD, KUL, 2006) is een van de meest vooraanstaande Belgische experts op het gebied van burgerlijke rechtspraktijk. Kris Wagner is sinds 1995 werkzaam in het domein van commerciële geschillen. In de afgelopen jaren heeft hij ook aanzienlijke ervaring opgedaan in commerciële bemiddeling en arbitrage. Hij publiceert regelmatig praktijkhandboeken en levert bijdragen aan diverse juridische publicaties.

Dr. Wagner legt zich toe op commerciële geschilvoering, meestal op het domein van de zgn. "complex litigation".  Hij heeft ruime ervaring in een brede waaier van dossiers (o.m. voor overheden en overheidsinstellingen, financiële instellingen, grote of middelgrote ondernemingen).  Daarnaast heeft Kris Wagner doorheen de jaren ook ruime ervaring opgedaan in het ondernemingsstrafrecht.

 

  • Baccalaureaat in de wijsbegeerte, KU Leuven, 1993 (grote onderscheiding);
  • Licentiaat in de rechten, KU Leuven & Universität Hannover, 1995 (grote onderscheiding);
  • Lid van de balie van Turnhout, 1995-1996 (Schuermans & Schuermans);
  • Fellow of the Belgian American Educational Foundation (B.A.E.F.) & Fellow of the Francqui Foundation, 1996-1997;
  • Master of laws, Harvard Law School, 1997;
  • Lid van de balie van Brussel (De Bandt, Van Hecke & Lagae, thans Linklaters), 1997-2000;
  • Lid van de balie van Leuven, 2000-2007 (Of Counsel bij Janson Baugniet);
  • Assistent KU Leuven, 2000-2006;
  • Doctor in de rechten, KU Leuven, september 2006;
  • Doctor-assistent KU Leuven, oktober 2006-2007;
  • Advocaat bij DLA Piper, kantoor Brussel, 2008-2012;
  • Plaatsvervangend rechter, Rechtbank van Eerste Aanleg te Brussel, mei 2011-2017;
  • Oprichter en voorzitter van CEDIRES (Center for Dispute Resolution, www.cedires.be), november 2011-heden; Lid van de Raad van de Orde van Advocaten te Brussel, secretaris van de Raad en van de Orde, september 2012-2015;
  • Bemiddelaar erkend door de Federale Bemiddelingscommissie (2012-2017);
  • Partner bij Holmes Kirby (www.holmeskirby.com), 2013-heden.

Binnen het brede domein van de (meestal commerciële) geschilvoering heeft Kris Wagner ruime ervaring met:

  • Aandeelhoudersgeschillen (alsook post-acquisitie geschillen);
  • Aansprakelijkheidsrecht (o.m. bankiersaansprakelijkheid, beroepsaansprakelijkheid, overheidsaansprakelijkheid);
  • Bancair recht / geschillen voor en tegen banken;
  • Complexe geschilvoering (o.m. multipartijengeschillen);
  • Disciplinaire geschillen;
  • Dwangsommen;
  • Internationaal handelsrecht;
  • Octrooigeschillen;
  • Ondernemingsstrafrecht;
  • Vastgoed.

Auteur van diverse juridische praktijkhandboeken:

  • Sancties in het burgerlijk procesrecht, Antwerpen, Maklu, 2007, 711 blz. (commerciële uitgave van doctoraal proefschrift).
  • Derdenverzet, in Algemene Praktische Rechtsverzameling, Mechelen, Kluwer, 2004, 118 blz.
  • Dwangsom, in Algemene Praktische Rechtsverzameling, Mechelen, Kluwer, 2003, 225 blz.
  • Casebook 20 jaar Dwangsom, Gent, Mys & Breesch, 2001, 560 blz.

Bijdragen over de dwangsom in overige juridische publicaties (artikelen, noten, bijdragen in verzamelwerken):

  • “Dwangsom, uitvoeringstermijn, respijttermijn: het Benelux Gerechtshof trancheert”, (noot onder Benelux Gerechtshof 11 februari 2011), R.W. 2011-12, 1073.
  • “Dwangsom in latere procedure: controverse passend beëindigd”, (noot onder Benelux-Gerechtshof 17 december 2009), R.W. 2010-2011, 829.
  • “Dwangsom 2003-2009”, in Vlaamse Conferentie bij de balie te Antwerpen (ed.), Meester van het proces. Topics gerechtelijk recht, Brussel, Larcier, 2010, 1-79.
  • “Maatregelen onder verbeurte van een dwangsom: nauwkeurig te formuleren, zonder overdracht van rechtsmacht”, (noot onder Cass. 27 februari 2009), R.W. 2009-10, 578.
  • “Het lot van de dwangsom na regularisatie van een stedenbouwkundige inbreuk”, (noot onder Antwerpen 14 februari 2007 en Beslagr. Mechelen 20 april 2007), P. & B. 2009, 101.
  • “Actuele problemen inzake de dwangsom” in Goed Procesrecht - goed procederen 2002-2003, Kluwer, 2004, 85.
  • “Dwangsom en het betekeningsvereiste bij cassatie in strafzaken”, (noot onder Cass. 28 maart 2003), R.W. 2004-2005, 382.
  • “De exceptie van gewijsde is een onbestaande klip in de latere procedure gericht op het bekomen van een bevel onder verbeurte van een dwangsom om zich te gedragen conform een vroegere veroordeling”, (noot onder Voorz. Kh. Kortrijk 12 september 2003), T.R.V. 2004, 358.
  • “Dwangsom en de januskop van de uitvoerings- en respijttermijn”, (noot onder Cass. 28 maart 2003), R.W. 2004-2005, 137.
  • “Dwangsom en uitvoerings- of respijttermijn”, (noot onder Benelux-Gerechtshof 25 juni 2002), P.&B. 2003, 47.
  • “(1) Zowel de dwangsomrechter als de beslagrechter zijn bevoegd om vast te stellen dat de hoofdveroordeling behoorlijk werd nageleefd; (2) Maximering van de dwangsom door de appèlrechter (met name bij naleving naar de geest maar niet naar de letter)”, (noot onder Antwerpen 30 juli 2002), P.&B. 2002, 291.
  • “Dwangsom en onmogelijkheid”, N.J.W. 2002, 228.
  • “Dwangsommen uitgesproken op vordering van het openbaar ministerie komen toe aan het ambt van het openbaar ministerie”, (noot onder Antwerpen 27 september 2000), R.W. 2001-02, 789.
  • “Geen dwangsom kan worden verbeurd vóór de betekening van de uitspraak waarbij zij is vastgesteld, doch een ingebrekestelling, aanmaning of bevel is geenszins vereist”, (noot onder Gent 26 juni 2001), A.J.T. 2001-2002, 459.
  • “Dwangsom en omgangsregeling”, (noot onder Antwerpen 8 februari 2000), A.J.T. 2001-2002, 334.
  • “De beslagrechter die uitspraak doet in een executiegeschil over verbeurde dwangsommen, vermag een onderzoeksmaatregel te bevelen met het oog op de vaststelling van het precieze aantal inbreuken”, (noot onder Cass. 25 september 2000), P.&B. 2001, 117.
  • “Welke rechter kan een dwangsom in een latere procedure opleggen : over het keuzerecht tussen de eerste rechter, de appèlrechter, of de ingevolge de algemene bevoegdheids-regels bevoegde rechter”, (noot onder Brussel 20 november 2000), P. & B. 2001, 139.
  • “Een dwangsom kan worden opgelegd in een latere procedure”, (noot onder Vred. Sint-Kwintens-Lennik 13 december 1999), A.J.T. 2000-01, 472.
  • “Feiten die een misdrijf opleveren kunnen worden verboden op straffe van een dwangsom, ook in een latere uitspraak” (noot onder Voorz. Rb. Brussel 24 november 1999), R.W. 2000-01, 60.
  • “Over de verjaring van de dwangsom’, (noot onder Cass. 8 april 1999), Rec. Cass. 2000, 8.
  • “Dwangsom. Commentaar bij de artikelen 1385bis tot en met 1385nonies van het Gerechtelijk Wetboek’”, in De Puydt, P., Laenens, J., Lindemans, D. & Raes, S. (eds.), Commentaar Gerechtelijk Recht, Kluwer, losbladig, 1999, 186 pp. Klik hier voor de commentaar bij de artikelen 1385ter en 1385quater (volledige tekst in PDF). Klik hier voor de volledige tekst in pdf van de commentaar bij art. 1385quinquies Ger.W.

Meer info - Linkedin profiel

Het concept "videocursus" vind ik een uitstekend idee dat alleen maar voordelen heeft!

 

B.W.Advocaat